Op deze pagina:
Kan je genezen van een persoonlijkheidsstoornis?
Deze vraag kan je niet eenvoudig beantwoorden. Dertig jaar onderzoek heeft laten zien dat psychotherapie in elk geval een aanzienlijke verbetering oplevert op gebied van klachten, levenskwaliteit en functioneren. De meeste onderzochte behandelvormen zorgen gemiddeld voor grote effecten. Dat betekent niet dat elke cliënt even veel vooruitgaat. Er bestaan aanzienlijke verschillen in hoe mensen reageren op de behandeling (wat ook vaak geldt voor medische behandelingen voor lichamelijke ziektes). Het is niet zo duidelijk welke cliëntkenmerken behandelrespons kunnen voorspellen. Verder betekent verbetering niet noodzakelijk dat mensen na behandeling genezen zijn en niet meer zullen terugvallen. Vaak houdt een persoonlijkheidsstoornis toch in dat iemand een bepaalde kwetsbaarheid heeft, die door levensomstandigheden vroeg of laat weer kan resulteren in problemen. Ook dat is niet zo heel anders als voor een aantal lichamelijke ziektes. Zo wordt bijvoorbeeld nogal eens gezien dat wanneer iemand ouder wordt en geconfronteerd wordt met verlies (van naasten, maar ook van een actief beroepsleven of van eigen kracht), de eerdere kwetsbaarheid zich weer manifesteert in klachten en symptomen.
Waarom ziet de behandeling van een persoonlijkheidsstoornis er op diverse plekken zo verschillend uit?
Dat heeft te maken met de vele verschillen die er bestaan tussen mensen met persoonlijkheidsstoornissen. Deze verschillen hebben te maken met de ernst van hun persoonlijkheidsstoornis, met de aard van de persoonlijkheidsproblemen, met de leeftijd van de persoon, maar ook met de aanwezigheid van andere psychische, sociale of maatschappelijke problemen. Al deze verschillen zullen ervoor zorgen dat in de praktijk een behandeling vaak erg verschillend kan zijn voor verschillende mensen. Behandelingen kunnen soms ambulant zijn, soms in deeltijd of soms klinisch. Ze kunnen soms erg langdurig zijn, tot meer dan drie jaar, maar soms kunnen ze ook erg kort zijn, bijvoorbeeld enkele weken. Andere verschillen hebben ook te maken met de aard van het gebruikte behandelmodel. Onderzoek heeft immers laten zien dat uiteenlopende behandelingen succesvol kunnen zijn. Daarbij is het nog niet zo duidelijk of sommige cliënten mogelijk beter profiteren van sommige behandelingen dan van andere.
Wat zijn werkzame bestanddelen in een behandeling?
Ook al verschillen de diverse behandelvormen onderling nogal, toch hebben ze ook een veel overeenkomsten. Hier noemen we er een aantal:
- Ze staan beschreven in een handleiding en worden uitgevoerd door opgeleide behandelaars
- Ze hebben een duidelijk kader hoe om te gaan met veel voorkomende kwetsbaarheden bij mensen met persoonlijkheidsstoornissen, zoals bijvoorbeeld het wantrouwen of de crisisgevoeligheid
- Ze zijn vaak erg duidelijk gestructureerd, zodat cliënten goed weten waar ze aan toe zijn en wat ze kunnen verwachten, bijvoorbeeld als ze in crisis zijn
- Behandelaars zoeken expliciet de samenwerking met cliënten, bijvoorbeeld in het opstellen van een behandelplan of het selecteren van interventies
- Behandelaars helpen cliënten om stil te staan bij pijnlijke emoties en om (de angst voor) mogelijke emotionele ontregelingen beter te hanteren
- Behandelaars hebben expliciet oog voor de kwaliteit van de therapeutische relatie en bespreken eventuele problemen daarin openlijk
Welke behandelvormen bestaan er?
Er bestaan verschillende behandelvormen. Alle effectieve behandelvormen zijn psychotherapeutisch van aard. Medicatie kan soms wel een ondersteunende rol spelen, maar heeft weinig duurzame effecten. Bekende behandelvormen zijn onder meer Dialectische Gedragstherapie, Mentalization Based Treatment, Schematherapie en Transference-Focused Psychotherapy voor de behandeling van borderline-persoonlijkheidsstoornissen. Voor Cluster C persoonlijkheidsstoornissen worden onder meer Affectfobietherapie, Transactionele Analyse, Dynamische Interpersoonlijke therapie en Intensive Short term Dynamic Psychotherapy ingezet. Meer informatie over elk van deze behandelvormen staan hier). Overigens werden de meeste van deze behandelvormen oorspronkelijk ontwikkeld voor een bepaald type persoonlijkheidsstoornis, maar zijn ze doorgaans breder toepasbaar. Dat is ook begrijpelijk gezien de gelijkenissen tussen de verschillende types.
Wat kan een naaste doen?
Persoonlijkheidsstoornissen hebben ook invloed op de relaties van iemand met anderen. Soms kunnen bepaalde acties van anderen een trigger vormen voor bepaalde ervaringen en gedragingen. Doorgaans zal iemand met een persoonlijkheidsstoornis ook zelf gedrag laten zien dat invloed heeft op de ander. Zo kunnen partners of ouders soms onmacht, angst, irritatie of andere emoties ervaren. De uitdaging voor degene met een persoonlijkheidsstoornis en zijn naaste(n) kan enerzijds zijn om met elkaar in contact te blijven en anderzijds om voldoende voor zichzelf te blijven zorgen.
Een naaste kan in verbinding blijven met degene met een persoonlijkheidsstoornis door oog te hebben voor de eigenlijke behoefte achter het gedrag. Het helpt daarbij om een onderscheid te maken tussen gedrag (dat soms een naar effect kan hebben) en de emotie of ervaring van waaruit iemand zich zo gedraagt. Het helpt vaak ook om duidelijk aan te geven hoe je die behoefte of emotie begrijpt en te checken of dat klopt. Verder zullen mensen met een persoonlijkheidsstoornis vaak geneigd zijn om – zeker onder spanning – zelf in te vullen vanuit hun eigen overtuigingen. Dan helpt het om jezelf te ‘ondertitelen’, dit wil zeggen duidelijk uitleggen vanuit welke bedoeling je zelf iets doet of zegt.
Voldoende voor jezelf zorgen doe je door je bewust te blijven van je eigen behoeftes, door oog te hebben voor je eigen grenzen en door duidelijk aan te geven waar jouw grenzen liggen. Redelijke grenzen die goed zijn aangegeven, geven ook de betrokkene zelf houvast. Wie graag meer wil leren over de manier waarop je als naaste iemand met een persoonlijkheidsstoornis kunt ondersteunen, kan hier informatie vinden.